Bewust Zijn,  Familie-opstellingen,  Moeder Zijn,  Systemisch Werk,  Vrouw Zijn

VOOR WIE WERK JE ZO HARD?

Deze (systemische) vraag, “Voor wie werk je zo hard?”, stelde ik een aantal weken geleden een aan vrouw die voor een womb-massage kwam. En sindsdien speelt die vraag ook in mijn eigen systeem…

De afgelopen maand voelde ik geregeld ups en downs gedurende de dag. Niet heel extreem, maar wel dat ik van een heerlijke flow en plezier, steeds naar zo’n onbestendig gevoel ging, zo’n sluimerende weerstand. Het gevoel weg te willen, er niet te willen zijn…waar ook een verdrietige stroom onder voelbaar was.

Het gebeurde steeds als ik vanuit een heerlijke flow bezig was geweest met iets en ik als dat af was ‘even lekker niets ging doen’.

Dat ‘even lekker niets’ lukte de vaak niet goed (soms ook wel), omdat er voor mijn gevoel nog zoveel in mijn nek aan het hijgen was…nog zoveel te doen. Klusjes in en rond het huis, werk, telefoontjes, appjes, kinderen…

Dus dan begon ik níet meteen aan de volgende klus, ik ging immers even niets doen, maar kon ik óók niet genieten van even niets…

Weerstand tegen hard werken…

Er kwam in mij ook steeds meer weerstand naar ‘nog zoveel te doen’. De weerstand die vooral getriggerd kan worden door mijn lief, als hij iets zegt of doet wat door mij wordt ervaren als: “Ik doe nog niet genoeg, ik schiet nog steeds ergens te kort, ik moet nóg meer doen, nog meer geven…”

Uiteraard is dit thema niet nieuw voor mij en heb ik hier al op vele lagen naar gekeken en doorvoeld. Ik wéét wat goed voor mij is! Wat voedend voor mij is. En het is ook niet zo dat mijn agenda steeds propvol zit, ik houd daar juist heel bewust genoeg ruimte in…dus het gaat écht over de onderstroom.

Voor wie werk je zo hard…?

Met deze systemische vraag ben ik vorige week gaan zitten (en heb ik vervolgens ook nog een verder verhelderende en helende Akasha-reading ontvangen).

Mijn eerste herinneringen over hard werken en mijn best doen over gaan naar mijn puberteit. Het gevoel dat ik nooit genoeg kon doen thuis. Ik was een egoïst en wat ik ook deed of probeerde, die boodschap kwam steeds weer terug. Want behalve dat ik er thuis bij wilde horen, wilde ik óók de wereld in, met vriendinnen dingen ondernemen, verkering krijgen, mezelf ontdekken…en dat ging niet samen. Verbinding ervaren, weten dat ik er bij hoor én dat er plek is voor mij, ging niet samen met mijn authenticiteit ontwikkelen en ontdekken.

Lieve mama….

Maar ik voelde vorige week ook dat mijn harde werken al veel ouder is. Dus stelde ik mezelf de vraag hoe lang ik dit gevoel al ken en meteen kwam het antwoord: vanaf 4 jaar. Toen wist ik ook meteen dat het met mijn moeder te maken had, die overleed toen ik bijna 6 was. Toen ik 2 jaar was werd ze ziek en ik vermoed dat toen ik 4 jaar was duidelijk werd dat ze niet meer beter zou worden. En op een bepaalde laag voelde ik dat, wist ik dat, was ik daar bewust van.

Dus toen is de het harde werken in mij ontstaan, het mijn best doen… Vanuit de magisch kinderlijke overtuiging dat als ik maar hard genoeg mijn best zou doen, dat mama dan wel zou blijven… Ze bleef niet….dus als ik nou nóg iets harder mijn best had gedaan….

En vanuit die plek, vanuit die onderstroom, was ik nog steeds mijn best aan het doen. Alsof een deel van mij daar, als 4-jarige, is achtergebleven en nog steeds heel hard bezig is om mama terug te krijgen. En ook om in het hier nu te voorkomen dat er ‘iets mis gaat’. Te voorkomen dat dit zich gaat herhalen. Vanuit die zelfde kinderlijke illusie, dat als ik maar hard genoeg mijn best doe, dan komt het wél goed komt. En ook als ik dat niet doe, ‘dan gaat het dus mis’.

Tegelijkertijd is er ook iets in mij dat dit niet meer kan…en ook niet meer wil. Het komt naar de oppervlakte… Vandaar dat ik ook zo getriggerd word als ik in contact met mijn man het gevoel krijg dat ik tekort schiet…. Vandaar het onbestendige gevoel…

En om hier los van te komen had ik dit stuk te zien, te voelen, te weten. De compassie en liefde voor dat 4-jarige meisje te voelen. Haar (weer) te vertellen dat mama écht niet meer terugkomt én dat er helemaal níets was dat zij had kunnen doen om dit te voorkomen.

“Lieve mama, ik kan jou niet redden.

Hoe graag ik ook zou willen…

Ik kan jou niet redden.

Het enige wat ik kan doen, is mezelf redden, goed voor mezelf zorgen.

Daarmee eer ik jou én mijzelf het meest.”

En hiermee zak ik weer dieper in mijn eigen bedding, mijn eigen bron. Op eigen benen, op eigen grond. De verstrikking met mijn moeder op deze laag ontrafeld.

Hiermee opent zich weer op een diepere laag mijn JA naar het leven. Ik heb er zin in…genieten en plezier…ruimte voor zijn!

En jij? Wat zijn thema’s of vragen waar jij in je leven tegen aan loopt? Welkom om daar in een opstelling óf via lichaamswerk samen naar te kijken!